De landelijke Onderwijsraad adviseert aan staatssecretaris Sander Dekker basisscholen met minder dan 100 leerlingen te sluiten. Ze zouden onvoldoende kwaliteit leveren en bovendien zijn ze aanzienlijk duurder dan grotere scholen. In Fryslân betekent het dat de helft van de scholen zijn deuren zou moeten sluiten. Het betreft vooral dorpsscholen die een belangrijke functie vervullen in het dorpsleven. Het advies vormt een drastische verhoging van de minimale schoolgrootte, die nu op 23 staat.
De PvdA Achtkarspelen wijst dit voorstel van de Onderwijsraad af. De stelling dat een kleine school onvoldoende kwaliteit zou bieden vindt zij onjuist. Het overgrote deel van de scholen met minder goed dan honderd leerlingen voldoet aan de normen van de inspectie en is daarin niet minder goed dan grotere scholen. Integendeel: aantoonbaar is dat de laatste jaren een grote kwaliteitsslag is gemaakt, met als gevolg een aanzienlijke daling van het aantal zwakke scholen. Het zijn vooral financiële argumenten die leidend zijn voor het advies van de Onderwijsraad. Kleine scholen kosten per leerling meer geld dan een grote school. De PvdA Achtkarspelen vindt: een school kan uitstekend functioneren met minder dan honderd leerlingen.
In de dorpen in Fryslân speelt de school een belangrijke rol in de sociale samenhang. Ouders ontmoeten elkaar, werken samen en voeren met elkaar activiteiten uit. De school vervult een centrale plaats in de sociale structuur van een dorp. De Onderwijsraad loopt daar gemakkelijk aan voorbij en verwijst naar dorpen waar de school al gesloten is. De PvdA vindt het gemak waarmee het belang van een school in een dorp terzijde geschoven wordt onaanvaardbaar. Alleen in centrumdorpen dreigen zo nog basisscholen in stand te blijven.
De PvdA Achtkarspelen realiseert zich dat de allerkleinste scholen kwetsbaar zijn voor wat betreft onderwijsorganisatie en personeel. Een basisschool kan daarom ook niet te allen tijde in stand gehouden worden. Kwaliteit moet leidend zijn, het belang van de leerlingen staat voorop. Daarom staat zij positief tegenover het advies van de Onderwijsraad overleg te voeren over een Regionaal Aanpassinsgplan. Dat plan beoogt de positie van de scholen te versterken door vormen van samenwerking in een pluriform onderwijsbestel. Uitgangspunt is dat kleine scholen op een fatsoenlijke manier bekostigd moeten worden, zodat ze, eventueel in samenwerking met andere scholen, kwaliteit kunnen blijven bieden.