De CDA Statenfractie is bezorgd over de gevolgen van de uitspraak van het Europese Hof van Justitie over genetische manipulatie voor akker- en tuinbouw en de veredeling van gewassen. De fractie stelt daarover vragen aan het college van Gedeputeerde Staten.
Vorige week kwam het Hof met de uitspraak dat alle genetische aanpassingen aan gewassen moeten voldoen aan de strengste regels. Dat betekent dat procedures om dit soort gewassen op de markt te brengen lang en kostbaar zullen zijn. Ook kunnen geen aardappelen worden ontwikkeld die minder gewasbeschermingsmiddelen nodig hebben. In de Leeuwarder Courant van 27 juli jl. gaf de directeur van HZPC in Joure, de heer Backx aan dat het bedrijf, een innovatief bedrijf op gebied van o.a. aardappelveredeling, hierdoor genoodzaakt is om voor de veredeling van gewassen uit te wijken naar de Verenigde Staten of Azië. Hierbij gaat het om de besteding van miljoenen euro’s en het verlies van hoogwaardige arbeidsplaatsen.
Ondanks dat de provincie geen invloed heeft op de Europese regels, wil CDA Statenlid Anne Schelhaas weten of GS bekend is met de uitspraak van het Europese Hof en wat de gevolgen hiervan zijn voor de werkgelegenheid binnen HZPC in Friesland. Schelhaas: “Als fractie maken wij ons zorgen om de gevolgen die deze uitspraak heeft voor HZPC, de akkerbouwsector en het milieu. Het kan betekenen dat er straks producten buiten Europa worden ontwikkeld die niet door Europese telers gebruikt kunnen worden. Dat heeft consequenties voor de (Friese) landbouw. Dat geldt ook voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. HZPC wil genen van aardappelen aanpassen waardoor ze resistent worden tegen ziektes. Er zijn dan minder gewasbeschermingsmiddelen nodig en de opbrengst is groter. Wij vragen dan ook wat de gevolgen zijn voor het streven naar minder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de aardappelteelt. Tenslotte willen we weten wat het college gaat doen om ervoor te zorgen dat er zoveel mogelijk hoogwaardige werkgelegenheid binnen HZPC in Friesland behouden blijft.”