Onderzoekers verbijsterd: nog nooit zo veel mosselbanken op het Wad
LAUWERSOOG – Nog nooit hebben onderzoekers zo veel nieuwe mosselbanken gezien op droogvallende Waddenplaten als nu, zo schrijft Omrop Fryslân. “Dit is heel bijzonder. Niemand in Nederland heeft dit gezien in zijn leven”, zegt Karin Troost van Wageningen Marine Research, dat al heel lang onderzoek doet naar mosselen en andere schelpdieren.
Nog nooit hebben onderzoekers zo veel nieuwe mosselbanken gezien op droogvallende Waddenplaten als nu, zo schrijft Omrop Fryslân. “Dit is heel bijzonder. Niemand in Nederland heeft dit gezien in zijn leven”, zegt Karin Troost van Wageningen Marine Research, dat al heel lang onderzoek doet naar mosselen en andere schelpdieren.
In de zomer van vorig jaar was er al een spectaculaire aanwas van jonge mossels, maar de kans dat daar wat van overblijft na een winter- en stormseizoen is normaal niet heel groot. Zodoende geloofden onderzoekers van Wageningen Marine Research bijna niet wat zij zagen toen zij hun jaarlijkse inventarisatie deden van mosselen op die droogvallende Waddenplaten.
Satellietbeelden
“We hebben veel satellietbeelden gebruikt, want daar kun je ze ook heel goed op zien liggen. En op basis daarvan schatten we nu dat er zevenduizend hectare aan mosselbanken ligt. En dat is echt heel veel, want wij hebben nooit meer gezien dan vierduizend.” Dat was eind jaren zeventig. Troost geeft wel een winstwaarschuwing: “Het kan ook betekenen dat er mogelijk maar tweeduizend hectare van die nieuwe mosselbanken op stabiele plekjes ligt en dat we de rest de komende jaren weer zien verdwijnen.” Zeker is dat echter niet, want mosselbanken kunnen die stabiele plekken ook zelf maken.
Tekst loopt door onder de video
Haar collega bij Wageningen Marine Research, Sander Glorius, loopt over een nieuwe mosselbank tussen Schiermonnikoog en Lauwersoog. Hij trapt een bakje de mosselbank in en haalt daar de schelpen uit die hij later schoonmaakt in zee. Hij volgt op deze manier, maar ook met drones, de ontwikkeling van zulke mosselbanken.
“Nog geen pokken”
Glorius houdt een klomp van aan elkaar vastzittende mosselen omhoog. “Kijk, dit zijn nog jonkies. Deze zijn hier vorig jaar gevallen en er zitten nog geen pokken op. Een jonge bank, maar wel aan elkaar vastklittend.” “Er zijn ook heel veel dood, maar dat geeft ook weer stabiliteit”, zegt Glorius. “De meeste schelpen overleven het niet. Maar degenen die wel naar boven weten te klimmen, kunnen doorgroeien.”
Mosselbanken zorgen voor hoogteverschillen in het Wad; ze kunnen anderhalve meter hoge bulten vormen. Glorius: “Dat levert waarschijnlijk ook weer wat stabiliteit op, want onder die bulten zitten allemaal laagjes schelpen die stevigheid bieden en waardoor water kan wegvloeien.” “Je ziet zo door de tijd zo’n bank ook veranderen”, legt hij uit. “Veel jonge banken verdwijnen dus en zijn kwetsbaar. Maar ze kunnen heel stabiel zijn als ze een aantal jaren doorkomen en die bulten worden gevormd.” Schaaldierenonderzoekers vragen zich nu wel af waarom er ineens zo veel jonge mosselen zijn.
“Het is eigenlijk altijd heel moeilijk om te weten van waar dat nu door komt”, zegt Troost. “Wat er allemaal met de mossellarven gebeurt voordat het een bank wordt, laat zich heel moeilijk onderzoeken. Maar in dit geval hebben wij er wel wat ideeën over.”
“Garnalen, krabben en jonge visjes”
Een van de belangrijkste invloeden op dit soort verschijnselen is predatie, dus roofdieren, vertelt Troost. “Dat hele jonge mosselzaad is nog kleiner dan een millimeter en wordt normaal massaal opgegeten door garnalen, krabben en jonge visjes. Daarvan zijn garnalen de grootste predatoren, maar daarvan zijn er nu niet heel veel.” Tegelijkertijd werkt een mosselbank ook als een soort rif waarin die kleine visjes, garnalen en krabben kunnen schuilen als ‘oases in de zandwoestijn’.
En omdat het Wad door wind en stroming zo snel en sterk kan veranderen, blijft het vaak bij een relatief klein aantal opportunistische soorten dat hier zo van kan profiteren. Anders dan bij bijvoorbeeld een tropisch koraalrif waar doorgaans veel meer soorten van profiteren.
Vogels
Voor sommige vogelsoorten komt deze ‘mosselweelde’ wel heel goed uit, zo maakt Troost duidelijk. “Een hele belangrijke is de scholekster. Die heeft het de afgelopen jaren mogelijk ook wel wat moeilijker gehad omdat het zo slecht ging met de kokkels. Dus, voor de scholekster is dit een enorme meevaller.”
Zeeland
Nu eten wij mensen ook mosselen en een groot deel van wat er in Zeeland wordt opgekweekt, is ooit door die Zeeuwse vissers uit de Waddenzee gehaald. “Ze mogen in het westelijke deel van de Waddenzee vissen in gebieden die nooit droogvallen. Daar zagen we afgelopen herfst ook een heel spectaculaire ‘zaadval’, maar daar is na de winter veel minder van overgebleven. Zij hebben daar het afgelopen voorjaar wel mooi van kunnen vissen, maar niet uitzonderlijk veel.”
Stuur je tip, video of foto's naar:
0511-441202 of nieuws@rtvnof.nl.