De derde dinsdag in september is het Prinsjesdag. Maar ook Hoedjesdag. De leden van de Staten Generaal, met andere woorden, de dames van de Tweede Kamer, dragen een hoed.
Op CBS De Bining in Westergeest dachten ze, dat kunnen wij ook. We zetten allemaal een hoed op. Ook de heren. Zo kwam bijna ieder kind met een hoofddeksel op school.
De actualiteit van dit moment is daarbij niet verloren gegaan. De kinderen letten goed op wat er in Nederland gaande is. Vooral de bovenbouw weet dit. De miljoenennota heeft al in de krant gestaan. Dat is oud nieuws. Plak maar op mijn hoed. Ik zoek het morgen wel uit. Je zet je noodrantsoen op je pet. Zo heb je altijd wat te eten. Bezuinigen op defensie? Geen goed idee, dacht een paar jongens met legerhelm en pet. De speelgoedactie bij de plaatselijke supermarkt loopt ook goed. Zo goed dat je er een hoed van kan maken. Niet genoeg boodschappen gedaan? Er is nog altijd papier. Dus een feesthoed van papier doet het altijd goed.
Er waren ook kinderen die alweer aan de vakantie dachten. Voor het geval er nog een land door Nederland wordt gekocht. We hebben Griekenland ook al bijna. ‘Ik zet alvast mijn sombrero op”. Maar er is er nog een die niet kon kiezen. Of veel van hoeden houdt. Vier op een rij, met de tekst ”Stapel op hoeden”.
In de onderbouw waren de beroepen favoriet. Piraten, zeerovers, cowboys, prinsessen, Koning Winter, deftige dames. Toch ook nog het leger, hoge hoed, voor het geval er een trouwerij komt. Kortom keuze genoeg. Van andere gezellige, vrolijke hoeden en petten, jarige Jetten tot tovenaars hoed. Zij dachten:”Als ik kon toveren, kon toveren…dan hielden alle mensen van elkaar”. Gelukkig werd het toch ook nog een dag waarop we het oranje gevoel hoog in het vaandel hebben. En zo hoort het ook op Prinsjesdag.
© Eigen foto