TE ZIEN IN… Aflevering 276: Fraaie vogeltil met windwijzer in de Trynwâlden
TRYNWÂLDEN – Het is in alle jaargetijden fantastisch om door de Trynwâlden te fietsen en wandelen. Nu de bomen hun blad loslaten zijn er langs de wegen nieuwe doorkijkjes en zichtlijnen. Vanaf de Rengerweg uit Oentsjerk in Aldtsjerk komend, valt tussen de bomen langs het wandel- en fietspad, Eysingapad de fraaie achtkantige vogeltil met windwijzer op.
Gerhild van Rooij
VOGELTILLEN
Een vogeltil is een nacht- en rustplek voor vogels, meestal sierduiven. Ze mogen anno 2023 meestal vrij rondvliegen in een ren, tuin of de omgeving. In tuinen of parken, bij buitenplaatsen, agrarisch land of bijvoorbeeld kinderboerderijen staan de tillen vaak op een paal. Historische tillen en duivenslagen of tillen waar vogels wel in, maar niet uit kunnen uitvliegen, zijn wel in waterpoorten of andere poorten en bouwwerken geïntegreerd of stonden op meerdere palen. Ze staan vaak op zichtlijnen van een hoofdgebouw, park, water of toegangsweg. Vrijstaande tillen, beelden, parktuinornamenten en follies waren ijkpunten om de omgeving intenser te beleven, net als vogeltillen in particuliere tuinen vaak een tuinornament zijn die vanuit huis te zien zijn.
ACHTKANTIGE HOUTEN TIL
De achtkantige, til op vierkante houten paal is donkergroen. Elke kant bestaat uit drie verticale planken en eindigt onderaan in een punt met naar binnen glooiende zijkanten en uitgespaarde hartvorm ornament. Vier gesloten delen zijn afgewisseld met vier delen met hoog of laag een boogvormig in- en uitvlieggat is uitgespaard pal boven een verticaal naar boven gewelfde plankjes afgedekt met een dik overstekend rond plankje. Deze rustplaatsen zijn wit evenals de lijntekeningen van duiven en profile, met opgeslagen vleugels en ingetrokken pootjes. De acht overstekende dakdelen met rode bekleding hebben grijsgroene afdeklatten op de aansluitingen en boven de vier gesloten tildelen zijn dakventilatiegaten te zien in de vorm van poortvormige dakkapelletjes. Onder de top van het dak ligt een achthoekig houten plankje, uit de bol op de top steekt een metalen pen door een gelijkarmig in N, E, S of W eindigend windkruis. De staande weerhaan op een draaiende windwijzer met ruitvormige punt en geveerd uiteinde bekroont het geheel.
KOMEN EN GAAN
De in- en uitvliegende vogels bieden een mooi schouwspel en geven extra leven in de tuin. Een Nederlandse zegswijze herinnert aan het vogelverkeer naar houten of stenen tillen en duiventorens. Het Friesch Dagblad kopte op 11 september 2023 nog: ‘De Europese Commissie lijkt nu op een duiventil’ Analyse Koos van Houdt. Die krantenkop past bij de figuurlijke betekenis van duiventil. In De Van Dale is het een plaats waar het een voortdurend komen en gaan is. Letterlijk is een duiventil, duivenkot of duivenhok een ruimte om duiven in te kweken, of dit nu een kleine houten duiventil is of een grotere stenen til of historische duiventorens. Niet alle duiventillen zijn tillen om vogels te kweken, er zijn ook tillen die alleen voederplaats en schuilplaats zijn.
DUIVENRECHT
Vroeger waren tillen meest duiventillen. Een til kon pas neergezet worden nadat er een duivenrecht was verleend. Dit was het recht om een vlucht vogels te mogen houden en op eigen grond een til te bouwen of gebruiken of te integreren in een van de gebouwen op eigen grond. Tillen op buitenplaatsen van de adellijke grootgrondbezitters of op grond van kerken en kloosters stonden daar niet alleen voor de sier of als prestigeobjecten. Duiven leverden mest en veren. In Friesland werd de duivenmest zelfs uitgevoerd naar andere provincies, bijvoorbeeld voor tabaksverbouw en als was- en bijtmiddel. Duiven leverden ook veren en werden (militair) ingezet als postduiven, maar het belangrijkst was de consumptie van duiven.
DE WINTER DOORKOMEN
November was vroeger slachtmaand of bloedmaand. Een groot gedeelte van de veestapel werd dan geslacht omdat boeren onvoldoende voedsel hadden om alle dieren van hun veestapel de hele winter te kunnen voeden. Het vlees werd gepekeld of gerookt bewaard en afgewisseld met vers duivenvlees. Voedsel was de voornaamste reden om het maximale toegestane aantal duiven te houden, totdat in de 18e eeuw gewassen als aardappelen, knolletjes en bieten bekend werden en het vee daarmee gevoed kon worden. Het jaar door was er vers varkens- of rundvlees en verdween duivenvlees, vaak opgediend als duivenpasteien, langzaam van het menu.
Foto’s: Gerhild van Rooij
1. Duiventil op paal, naast bomenwal in Aldtsjerk, Eysingapad.
2. Detail duiventil, contrasterende boogvormige vlieggaten en lijntekening van duif.
3. Duiventil, windwijzer en haan, vanaf Van Sminiaweg.
Stuur je tip, video of foto's naar:
0511-441202 of nieuws@rtvnof.nl.