TE ZIEN IN… Aflevering 350: Mijmering, foto van Laura Johanna Drost bij 350 keer Te zien
ALDTSJERK / WYNS – In coronajaar 2020, de tijd dat RTV NOF Achtkarspelen – Tytsjerksteradiel, RTV Kanaal 30 heette, verschenen de eerste aflevering van TE ZIEN IN… De coronajaren liggen achter ons, maar nog steeds gaan mensen er op uit na het lezen en bekijken van een aflevering over kunst, (groen) erfgoed cultuur in de regio.
ALDTSJERK / WYNS – In coronajaar 2020, de tijd dat RTV NOF Achtkarspelen – Tytsjerksteradiel, RTV Kanaal 30 heette, verschenen de eerste aflevering van TE ZIEN IN… De coronajaren liggen achter ons, maar nog steeds gaan mensen er op uit na het lezen en bekijken van een aflevering over kunst, (groen) erfgoed cultuur in de regio.
LANG KIJKEN
Allereerst wil ik iedereen bedanken voor de reacties op de 349 Te zien in… afleveringen van april 2020 tot nu toe en iedereen die bijdroeg met (beeld-)informatie. De meeste reacties hoorde ik op onverwachte momenten en gingen zowel over oude als recente afleveringen. De meest gestelde vraag is hoe het komt dat ik zoveel zie, zoals ook weer tijdens Koningsdag in de stand van stichting Cultuur en Landschap in Oentsjerk. Het antwoord is simpel, ik kijk lang en intens. Het is mijn natuur, zo keek ik al als kind. Bij de mijlpaal van 350 keer TE ZIEN IN.. deel ik daarom voor een keer een lange, persoonlijke mijmering over hoe ik keek naar de foto van Laura Johanna Drost (11.2.1947-15.04.2025) van het landschap in Wyns. De foto staat in mei, maand van herinneren, met meer foto’s en gedichten rond Vrijheid en herdenken in de ramen van Galerie Bloemrijk Vertrouwen (Van Sminiaweg 70, Aldtsjerk).
MIJMERING
Je foto van de net uitlopende boom langs de Ee, een ijkpunt voor het uitzicht, raakt me. In de verte staat de windmolen als een wit runenteken in een agrarisch en bijna leeg kleilandschap. Het land blijft het land, maar het is er nooit eentonig. De kleuren op en boven de weilanden, met in de verte lange rijen bomen, veranderen. Wie er bij stilstaat en de tijd neemt om naar de voorgrond en de horizon te kijken, herkent hier het jaar rond de verschillende seizoenen aan de kleuren. Het weer kan zo omslaan of lijkt onveranderlijk voort te duren.
Het land aan de overkant op je foto kleurt groen. Het is lente, net als nu, de bomen in de verte hebben een warme gloed en zijn niet groen, het blad is onderweg. De takken en twijgen zijn omfloerst met nieuw leven maar dat zie je niet van afstand. De dieren van de boer, of van zichzelf, staan weer buiten op het land. Ze grazen en staan met de koppen omlaag op het grasland, ze bewegen zich voort, alsof ze alleen hier horen. Koeien waarvan de oor- en merktekens niet in beeld kunnen komen met die afstand, lopen vanzelf binnen de karakteristieke boerenhekjes, die hier scheef of dwars staan. Het land daarachter is van de boer, zijn de dieren er te gast, aan het werk of is het land hier ook hun land? De dieren blijven binnen greppels en sloten die onzichtbaar zijn in je beeld, het beeld waarin alle land samensmelt in horizontale banen, zoals streken in een schilderij het karakter van het land vangen.
De structuur van de kavels achter de Ee is verborgen in het groen en geel voor de bomenrijen aan de overzijde, met nog een contrasterende strook bruin, van de onbedekte aarde. In het gele land staan enkele boerderijen met stallen. De bijbehorende groepen bomen bij het woongedeelte staan er als beschutting tegen te harde wind, en om luwte te geven bij te veel hitte. Het geel van het grasland aan de overkant is geelgroen, bijna de kleur van bloeiend koolzaad, Ik weet dat het geel geler is op de plaatsen waar het licht van boven over het land valt, Het is alsof een kunstenaar het land wil oplichten en de vlakte reliëf wil geven. Jij kent dat licht, je keek ernaar, je zag het komen en gaan, al heel lang bewust van een ander komen en gaan, bewust van de ineengevlochten tijdelijkheid en de eeuwigheid, waaraan je je hebt overgegeven, niet vanzelf, maar toch.
Je hebt in je foto, die een momentopname is, een deel van de regenboog laten zien aan de overzijde. De uitsnede of het kader is met zorg gekozen, aan deze zijde, de nabije zijde, zie je het lege bankje aan de Ee. Je hebt de foto vast zelf uitgezocht. Je wist hoe je het wilde. Je regelde bij leven van alles voor je familie, je vrienden, dorpsgenoten, de mensen om je heen. Op de voorgrond staat de lage heg van jullie voortuin, met daarbovenuit de roze hortensia aan jullie kant, en daarnaast bloeiende bloemen tussen de donkergroene heg en het gras. Over de boom in het beeld liggen diffuse vegen, als tranen, misschien regent het nog, aan de kant van de bank achter de heg, ter hoogte van het volgelhuiskunstwerk in je tuin, waarvan nog net een stuk te zien is.
De tuin en de nabije zijde liggen in de schaduw, de overzijde vangt licht, de pastelkleuren van de lucht doen denken aan een echo van het Noorderlicht. Nu ik dit opschrijf is het of ik met terugwerkende kracht met jou en Peter meekijk naar de overzijde, de verte. Voor de grote ramen staan de authentieke kunstwerken die jullie verzamelden en waaraan jullie herinneringen verbonden zijn. Daarachter ontvouwt zich dag en nacht het levend schilderij van het land aan de Ee, jullie Ee in steeds andere tonen, ook al zien jullie altijd hetzelfde land, hetzelfde water, al waarover mensen en dieren komen en gaan en soms even blijven staan, hurken of zitten, liggen misschien. Ik kijk naar je foto.
Foto’s
1. Laura J. Drost. Uitzicht, op beide zijden van de Ee, Wyns (in GBV-raamexpositie 63, mei 2025).
2. Laura J. Drost. Zwanen in de Ee, Wyns, detail (in GBV-raamexpositie 63, mei 2025).
Stuur je tip, video of foto's naar:
0511-441202 of nieuws@rtvnof.nl.