TE ZIEN IN… Aflevering 370: Prachtig herfst-silhouet Grote Kaardenbol en Weverskaarde
REGIO – De Grote kaardenbol en ondersoort Weverskaarde zijn bijzondere tweejarigen. De insectentrekkende plant met sierlijk herfst-wintersilhouet en voor ons land uniek regenwaterbekken aan de voet heeft zomers prachtige verspringende bloeiringen. De stengels en takken zijn nu nog bekroond met fraaie omwindselbladeren rond 4 tot 8 cm lange stekelige vruchtenhoofdjes, de lang overblijvende zaadknoppen zijn favoriet bij Distelvinken (Putters).
DORSTIG BEKKEN
Kaarde komt van het Latijnse carduus, distel, maar de veertien kaardenbolsoorten horen ondanks hun stekelige uiterlijk tot de kamperfoeliefamilie (Caprifoliaceae) en composietenfamilie, Asteraceae. De botanische naam voor Grote kaardenbol luidt: Dipsacus fullonum (van de volder) of Dipsacus sylvestris (van het bos of de ruigte), de ondersoort Sativus (geteeld) is de Weverskaarde. Dipsacus komt van het Griekse dipsao, ik heb dorst. Kaardenbolplanten ontwikkelen eerst een bladrozet. De bovenste wortelbladen zijn naar de voet versmald, langwerpig, stomp, gekarteld-gezaagd, kaal of met verspreide stekels aan de rand en op de brede middennerf. De tegenoverstaande bladeren met komvormige voet zonder steel vergroeien tot een bekken waarin zich regenwater verzamelt, waardoor schadelijke insecten zoals luizen omhoog zouden klimmen.
INHEEMS
De Grote kaardenbol heeft een spilvormige, gele wortel en de krachtig, gegroefde stengel is aan de kanten stekelig, hol en verwijderd bebladerd en staat stijf rechtop. De gemiddeld één tot twee meter hoge stengel is meestal vertakt en bezet met verspreide stekels De stekelige spitse tegenoverstaande, langwerpig-lancetvormige bladeren met dikke middennerf zijn met regelmatige, stompe karteltanden bezet. Bloemhoofden bekronen de stengels, daaronder buigen stekelige lijnvormige omwindselbladen van 4 tot 15 cm langs of tot over de eironde, langwerpige bloemhoofdjes van 5 tot 8 cm lengte en 4 cm breedte. De lilabloeiende Grote kaardenbol en Weverskaarde, Kleine kaardenbol (Dipsacus pilosis) en witgroenbloeiende Slanke kaardenbol (Dipsacus strigosus) zijn geliefd in verse en droogboeketten dankzij hun bijzondere stengelbladeren en bloem/vruchthoofden De pioniersplanten maken deel uit van inheemse bloemenmengsels voor bijen, vlinders en biodiversiteit op kalkrijke, vochtige of omgewoelde gronden en sieren kuipen en tuinen.
STEKELIGE VRUCHT
De prachtige bloei van juli tot in september verloopt bijzonder en begint met een enkele ring van kleine enigszins tweezijdig symmetrische bloemen halverwege het hoofdje, waarna zich gelijktijdig bloeiringen ontvouwen naar boven en onder. Elke bloem draagt op het onderstandig vruchtbeginsel, een (voor composieten ongewone), vergroeidbladige ongelijke vier-slippige trechtervormige kroon. In plaats van een kelk heeft het vruchtbeginsel stijve haarachtige tanden als buitenkelk en apart vergroeid omhulsel. Deze stijfborstelige, genaalde, rechtop of uitgespreid staande stroschubben (schutbladen) zijn buigzaam en langer dan de bloemen. De 9 tot 11 mm lange buis van de bloemkroon bevat vier uitstekende meeldraden met opengesprongen helmknopjes en één stijltak, de andere is meestal onderontwikkeld. De nectar in de lila bloeiringen trekken veel insecten waaronder bijen, hommels, vlinders en ook vogels. De schubben maken dat insecten niet over de bloeiwijzen kunnen kruipen en de helmknopjes en stijlen uitsluitend met hun koppen aanraken, niet met hun poten. In de herfst groeien de vruchtbeginsels uit tot eenzadige, vierkante, geribde schijnvruchten.
WEVERSKAARDE
De ondersoort Weverskaarde, Dipsacus fullonum, Sativus, is een oud cultuurgewas en stekeliger dan de Grote kaardenbol. De lijnvormige met stekels bezette omwindselbladen van de Grote kaardenbol verschillen in grootte, bij de Weverskaarde reiken ze allemaal tot boven de iets gerektere en meer cylindrische zaaddoosvorm. Weverkaardeborstels zijn veel harder, maar nooit gebruikt voor het kaarden van wol of vlas, wel om gevolde lakense stoffen en dekens te ruwen ofwel kaarden. In Walcheren heet Weverskaarde Kaardendistel of -kruid genoemd, op Zuid-Beveland en in Zeeuws-Vlaanderen Kannenboender, op Walcheren en in Zeeuws-Vlaanderen Kannenwassers en in de laatstgenoemde streek ook Kannenborstel.
FOTO’S
1. Grote kaardenbolplant, bloei, voor bomen (Friesland, 2025, foto Gerhild van Rooij).
2. Grote kaardenbol boven wegdek (Friesland, 2025, foto Gerhild van Rooij).
3. Gedroogde Weverskaardenbol Dipsacus fullonum Sativus uit museumtuin (foto Museum de Toulouse).
4. Weverskaardenbollen om wollen dekens te ruwen in ruwmolen uit ca 1910 van Machinefabriek P. van der Wegen & Zn. Tilburg (collectie en foto Textiel Museum Tilburg).
Stuur je tip, video of foto's naar:
0511-441202 of nieuws@rtvnof.nl.