In maart van dit jaar volgde ik een korte cursus bij het Verkeers Educatie Centrum (VEC) in Drachten. Eén van de onderdelen was de juiste zit- en stuurhouding. Nu heb ik al 46 jaar mijn rijbewijs en al vele, vele tienduizenden kilometers achter het stuur gezeten, zonder noemenswaardige problemen van mijn kant.
Dus dat zou wel goed zitten. De test was met je eigen auto slalom rijden rond pionnen, met een snelheid van 40 km/h. We waren met ons zevenen, waaronder 1 vrouw. Alle zeven slalomden we rond de pionnen, zonder ze te raken. Fluitje van een cent. Edoch! De docent dacht er anders over. Alleen de vrouw in ons gezelschap had het goed gedaan. De mannen waren rond de pionnen “gedweild”. Verbazing alom bij ons mannen. De docent ging verder en vertelde ons, dat dit kwam door een verkeerde zit- en stuurhouding. Na 46 jaar vertelt er iemand, dat je niet goed achter het stuur zit! De docent beweerde, dat wel 75 % van de (vooral eenzijdige) ongevallen met moeilijk verklaarbare oorzaak, te wijten is aan een verkeerde zit achter het stuur, waardoor men de auto niet goed onder controle heeft!
Uiteraard waren we zeer nieuwsgierig wat we fout deden en hoe het dan wel moest. Dat werd ons haarfijn uitgelegd en per auto werd de bestuurdersstoel in de juiste positie gezet. Ook bij mij ging de stoel een eindje naar voren en ging de rugleuning rechter. Ik had daarna het gevoel of zat ik bovenop het stuur. Zo moesten we de slalom nogmaals uitvoeren en …. mijn auto bleef veel stabieler, terwijl ik direct het gevoel had de auto beter onder controle te hebben.
Intussen heb ik al weer zo’n 6.000 km gereden en ben helemaal gewend aan de “nieuwe” zit achter het stuur. Maar mijn belangrijkste ervaring is, dat ik de auto nog beter onder controle heb dan voorheen.
Nieuwsgierig geworden hoe die “nieuwe”zit dan wel is? Eigenlijk helemaal niet zo nieuw en misschien zijn er onder jullie wel die zeggen, maar zo zit ik altijd al.
Belangrijk is, dat je schouders en onderrug altijd stevig contact houden met de rugleuning van de stoel. Als bij het koppelen of remmen je onderrug los komt van de rugleuning en/of bij het sturen één of beide schouders los komen van de rugleuning, dan is je zit-/stuurhouding beslist niet goed.
ZITHOUDING: Zet de bestuurdersstoel zover naar voren, dat bij geheel ingedrukt koppelingspedaal je linkerbeen NIET geheel gestrekt is en je onderrug stevig tegen de rugleuning gedrukt blijft. Bij een noodstop kun je dan nog voldoende kracht uitoefenen op het rempedaal, waarbij je been ook licht gebogen blijft. (Bij een aanrijding met een gestrekt been kan ernstig heupletsel ontstaan, terwijl als de knie licht gebogen is deze bij een aanrijding verder kan buigen en zo heupletsel voorkomt.)
STUURHOUDING: Stel de rugleuning zo af, dat je je beide polsen op de bovenkant van het stuur kunt leggen, terwijl je schouders stevig tegen de rugleuning gedrukt blijven. Houd tijdens het rijden je handen op de “kwart voor 3” positie, (en niet zoals vroeger werd geleerd “10 voor 2”) zodat je bij een uitwijkmanoeuvre snel kunt reageren. De richtingaanwijzer, ruitenwisserhandel en bij veel auto’s ook andere bedieningsknoppen zijn zo direct binnen bereik. Bovendien geeft deze positie de airbag ruimte om uit te klappen. De airbag komt met een snelheid van 250 tot 300 km/h naar buiten! Zit je hand of arm voor de airbag, dan krijg je die met die snelheid in je gezicht……..
Doe ook zo weinig mogelijk aan “overpakken”, maar schuif het stuur door je handen. Zo heb je veel beter controle over het stuur en laat je de ruimte voor de airbag. (Tijdens een rijopleiding in een vierwiel aangedreven voertuig werd ons de huid volgescholden als we “overpakten” Je hebt dan namelijk een ogenblik het stuur maar met één hand vast en op dat moment kan een wiel net een obstakel raken en dan houd je het stuur niet met één hand. Het stuur wordt uit je hand geslagen met alle gevolgen van dien.)
Heb je een verstelbaar stuur in je auto, dan is de vuistregel: hart stuur ter hoogte van je eigen hart.
HOOFDSTEUN: Zet de hoofdsteunen zo hoog mogelijk (bovenkant hoofd = bovenkant hoofdsteun) Een goede stand voorkomt ernstige nekklachten bij een aanrijding van achteren.
GORDEL: Dat weten we zo langzamerhand wel, maar toch nog even een geheugensteuntje. Het onderste gedeelte van de gordel moet over je heupen (goed strak trekken en let op (dikke) jassen!). Het diagonale gedeelte leg je over je borstbeen en je schouder, waarbij de gordel raakvlak houdt met je schouder. Zorg er voor dat de gordel niet over je keel loopt…. en je gordel NOOIT onder je oksel doorhalen. Dit laatste is net zo gevaarlijk als geen gordel dragen.
Dit geldt voor alle gordels, dus ook achterin.
© Verslag: Rein Boxum uit Kollum