Al het DNA-materiaal en de vervaardigde profielen die in het kader van het grootschalig DNA-verwantschapsonderzoek naar de moord op Marianne Vaatstra zijn verzameld, zijn vernietigd. De mannen die vrijwillig DNA hebben afgestaan,worden hierover per brief geïnformeerd. Politie en OM bedanken alle mannen die hun medewerking hebben verleend aan het oplossen van deze zaak.
DNA-verwantschapsonderzoek
In september 2012 ging het grootste DNA-verwantschapsonderzoek ooit gehouden, van start. Aanleiding was de moord op Marianne Vaatstra, dertien jaar eerder. In een straal van vijf kilometer rondom de plaats delict, vlakbij Veenklooster, werden ruim 8000 mannen gevraagd vrijwillig hun DNA af te staan. Deze mannen waren ten tijde van de moord op Marianne tussen de 16 en 60 jaar oud en woonden binnen deze straal van vijf kilometer.
De opkomst was hoog, rond de negentig procent, waaronder een 45 jarige man uit Oudwoude, een klein dorpje op een paar kilometer van de plek waar Marianne destijds werd gevonden. Zijn DNA bleek te matchen met het spoor dat destijds bij het slachtoffer werd gevonden. Hierop werd een tweede DNA test uitgevoerd die het eerste resultaat bevestigde.
Vernietingsproces
Bij aanvang van dit grootscheepse DNA-verwantschapsonderzoek is door Politie en OM aangegeven dat de wet eist dat na het onderzoek alle DNA monsters vernietigd moeten worden. De hoofdofficier gaf opdracht tot vernietiging op het moment dat bekend was dat de tweede DNA-test een match aangaf. Het NFI heeft dit proces inmiddels afgerond.