HURDEGARYP/RINSUMAGEAST – De kinderen van groep 7 en 8 van CBS De Tarissing in Rinsumageast en van groep 8 van CBS De Winde in Hurdegaryp zijn in maart en april zes weken lang als junior journalisten aan de slag gegaan om te ontdekken wat er in WOII in hun dorp en omgeving is gebeurd. Het is onderdeel van het project Oorlog in mijn Buurt waarbij de leerlingen ook oorlogsgetuigen en tweede- en derde generatievertellers interviewen.
Op 10 en 11 april vertelden de kinderen de verhalen na tijdens de eindontmoeting in eigen dorp onder grote belangstelling van ouders, dorpsgenoten en de vertellers zelf. Bevestigende knikjes, duimen omhoog en soms tranen: de ouderen zijn zichtbaar onder de indruk wanneer ze luisteren naar hun eigen oorlogsverhaal tijdens de eindontmoeting. “It is hiel bysûnder dat de bern jo eigen ferhaal neifertelle”, zegt Foppe Kooistra (89) uit Hurdegaryp. Hij werd voor het project Oorlog in mijn Buurt geïnterviewd door vier kinderen van groep 8. Ze geven hem na afloop van de eindontmoeting nog een bloem, net als alle kinderen ‘hun’ oorlogsgetuige bedanken met dit gebaar.
Andersom is er vanuit de ouderen de blijk van waardering en dankbaarheid bij het handen schudden, er is duidelijk een band ontstaan. “Het is heel bijzonder dat de ouderen ervoor open staan om hun verhaal met de jongeren te delen”, zegt Alie Falkena als projectleider van Stichting In mijn Buurt. “Het is de kracht van ontmoeting. Eerst met het interview en nu met deze afsluiting. De verbinding tussen de generaties levert elke keer weer mooie momenten op.”
De eindontmoeting is de afsluiting van het landelijke onderwijsprogramma ‘Oorlog in mijn Buurt’ waarin de buurt en ontmoeting tussen generaties centraal staan. Het interviewen van oorlogsvertellers en het doorvertellen van de verhalen door de kinderen zijn de kern van het project. In aanloop naar de interviews krijgen de kinderen diverse gastlessen over de Tweede Wereldoorlog. Fred van Vliet vertelde in Hurdegaryp op school hoe hij als baby van vijf maanden moest onderduiken en dat zijn ouders werden vermoord in Auschwitz. In Rinsumageast deelde Sue Smeding op De Tarissing het verhaal van haar moeder die als Joods meisje van 6 alleen uit Oostenrijk moest vluchten. “De kinderen zitten dan gelijk in het thema en willen alles weten van de Tweede Wereldoorlog”, aldus projectleider in Hurdegaryp Froukje Dijkstra. “Ze zijn heel geïnteresseerd, de oorlog leeft ook nog steeds bij hen.”
Om verder in de geschiedenis van de oorlog te duiken, fietsten de kinderen in Rinsumageast door het dorp onder leiding van Pieter van der Bij van het Streekarchief. Hij vertelde o.a. over de onderduikers, de ondergebrachte evacués in het dorp, het verzetswerk, het vliegtuig dat neerstortte en bij het monument werden de verhalen gedeeld van de Geastmers die de oorlog niet hebben overleefd. Ook in Hurdegaryp ontdekten de kinderen de lokale geschiedenis per fiets. Over het vliegtuig dat bij de Gealesloot was neergestort, de gaarkeuken bij de Damstra’s en er werd stilgestaan bij het monument met daarop de gesneuvelde soldaat Jan Hendriks Venema. De les over goed en fout in de oorlog zet de kinderen aan het denken en na de les met interviewtechnieken door journalisten Auke Zeldenrust en Klasina van der Werf gingen de leerlingen in groepjes met een begeleider en fotograaf naar de ouderen in hun dorp die hun persoonlijke verhaal wilden delen.
In Rinsumageast vertelde Djoke Hietkamp-Wijngaarden (85) over haar vader Sipke Wijngaarden die een kapsalon had. “Hy blondearre it hier fan Joadske ûnderdûkers, mar doe kamen de Dútsers him sykjen”, vertelt ze aan de kinderen van De Tarissing. “Gelokkich hawwe se him net fûn, hy siet feilich yn it ‘skûlplak”, de plek die altijd die naam zou blijven dragen.
Een ander verhaal uit Rinsumageast gaat over Hendrik Atema. In de oorlog verloor hij zijn vrouw en zoon aan ziekte. Hij zat in het verzet en werd op 14 maart 1945 opgepakt door de Duitsers, wist te ontkomen en werd tijdens zijn vlucht doodgeschoten. Zijn dochter Geertje bleef alleen achter. Zoon van Geertje, Ate Haakma, deelt het familieverhaal met de leerlingen. “Myn pake die moedige dingen yn de oarloch, mar moast dit mei syn eigen libben bekeapje.” Haakma maakte dan wel niet zelf de oorlog mee, maar het verhaal heeft ook op zijn leven grote impact gehad. “We weten allemaal op hoofdlijnen wat er tijdens de Tweede Wereldoorlog is gebeurd. Maar wanneer persoonlijke verhalen worden gedeeld uit eigen ervaringen of herinneringen, dan gaat dit om details en hoe dat verhaal gevolg dat had op een mensenleven, gezin en generaties daarna”, legt projectleider Falkena uit. “Dat geeft heel veel betekenis aan de verhalen over die tijd.”
Mimi van Rooijen (93) uit Hurdegaryp maakte de oorlog mee in Rotterdam. “Mijn moeder moest met negen kinderen vluchten uit Rotterdam. We gingen naar een tante in Overschie die zelf ook al acht kinderen had.” In de oorlog was Mimi net zo als oud als de vier meiden uit groep 8 die bij haar op bezoek zijn voor het interview. Het maakt zichtbaar indruk, de meisjes luisteren geboeid. “Dat is de kracht van ontmoetingsonderwijs”, vertelt Dijkstra. “Kinderen horen het verhaal van iemand die zelf de oorlog heeft meegemaakt of die het familieverhaal doorvertelt, dat vergeten ze nooit weer.”
Verderop in Hurdegaryp vertelt Foppe Kooistra (89) vier achtstegroepers over zijn ervaringen in de oorlog. “Ik hearde myn heit en mem flústerjen dat it oarloch wie. In pear dagen letter rieden de Dútsers it doarp yn mei harren jeeps, ik wit it noch presies. Ik stode nei ús mem ta, ik wie sa bang en moast gûle.” De kinderen zitten op het puntje van hun stoel en raken er op de terugweg naar school niet over uitgepraat. “Dit is folle moaier as út in boekje,” zegt Ilse. Ook de ouderen die hun verhaal delen, vinden het bijzonder. “Ik fûn it geweldich dat de bern by my thús kamen mei al harren fragen”, aldus Kooistra.
‘Oorlog in mijn Buurt’ is een onderwijsprogramma van Stichting In mijn Buurt uit Amsterdam. Het project wordt landelijk ingezet sinds 2012 en in Friesland sinds 2020 in o.a. Burdaard, Gorredijk, Tytsjerk, Drachten, Leeuwarden, Terschelling en Schiermonnikoog. Na de interviews worden kinderen erfgoeddragers van de geschiedenis van hun dorp en omgeving. Ze vertellen de verhalen door met de eindontmoetingen, maar ook met lokale en provinciale herdenkingen delen de kinderen de verhalen van hun oorlogsvertellers. De verhalen zijn ook terug te vinden op oorloginmijnbuurt.org.