OENTSJERK – Bewoners en omwonenden van Frisiastate, inwoners uit de Trynwâlden en omgeving en liefhebbers van inheemse en stinzenplanten of buitenplaats-parken wandelen graag bij Heemstrastate. Op het veld bij de beweegapparaten voor Frisiastate is achter het tuimelapparaat een exemplaar van een kluwenhoornbloem of Cerastium glomeratum gespot. Deze inheemse groene overwinteraar is niet mee afgemaaid vanwege de biodiversiteit.
De eenjarige kluwenhoornbloemplant valt nauwelijks op wanneer alleen het opvallend lichtgroene, behaarde, tegenoverstaand blad te zien is. Bij de jongste planten zie je nog duidelijk een kruisvorm. Na regen blijven er veel druppels op de bladen liggen, vanwege de voor deze soort hoornbloem kenmerkende beharing. De plant is klein en bloeit meestal in de periode april-juni. Buiten die periode zijn, zelfs in de winter, op andere locaties lage aantallen bloeiende exemplaren waargenomen. De kluwenhoornplant maakt deel uit van de Anjerfamilie of Caryophyllacea en trekt insecten aan zoals het zandoogje (vlinder) en de honingbij. Het is mede vanwege de al jarenlange terugloop van de bijen- en vlinderstand dus belangrijk om het exemplaar van deze algemene plant op deze plek in het park te behouden.
De op het eerste gezicht onopvallende plant staat vooral op verstoorde of veel betreden grond, zoals omgewoelde wegbermen of akkerranden, door vee vertrapte graslanden, bij de veel belopen bouwplaatsen, op kale grond en andere veel door mensen betreden grond, zoals bij Frisiastate rond het tuimelapparaat. De kluwenhoornplant wortelt eveneens in boomspiegels en op losse, voedselrijke grond van moestuinen of bloemperken en komt op bij stenen stoepen en straten of in scheuren van het wegdek of beton. Op het veld rond de beweegapparaten stond maar een exemplaar van de tot 10 cm wortelende kluwenhoornplant en dankzij het monitoren van dit veld door de bewonerscommissie Frisiastate is de plant voor afmaaien gespaard. De commissie overlegt met andere deskundigen op het gebied van bomen en bijvoorbeeld de Werkgroep Stinzenplanten van Stichting Cultuur en Landschap Trynwâlden om zo zoveel mogelijk kennis over de (historische) flora in het park te bundelen. De tweeslachtige therofyt kluwenhoornbloemplant is gespaard om na de bloei zaad te zetten in de doosvrucht. De onopvallende gekleurde zaden kunnen 5 jaar of langer kiemkracht houden. De kluwenhoornplant is een zogenoemde windstrooier, de zaden verwaaien.
De plantnaam Cerastium Glomeratum is afgeleid van het Griekse woord keras of hoorn. De hoorn verwijst naar de cilindrische iets gekromde vorm van de zaden, die daardoor in vorm op een koehoorn lijken. Het Latijnse woord Glomeratum betekent tot een kluwen verenigd en verwijst naar de bloeivorm, die bestaat uit kluwens van vele witte, stervormige bloemen. De gewone hoornbloem of Cerastium fontanum subsp. vulgare en andere soorten hoornbloemen hebben veel minder bloemen en verder uiteen staande. De kluwenhoornbloem is de enige Hoornbloemsoort waarbij de stelen van de doosvrucht ongeveer net zo lang als de kelkbladen zijn, hierdoor staan de bloemen als een kluwen op de bloemsteel. De kluwenhoornbloem heeft vele klierharen bovenaan de plant en lager vele afstaande haren op de groene maar ook wel roodpaarse bloemstengels. Er staan steeds twee rijkbloeiende delen op dezelfde hoogte, de Kluwenhoornbloem heeft geen niet-bloeiende stengels of spruiten. De haren aan de top van de kelkbladen steken buiten de rand ervan. De bovengrondse plantendelen worden eetbaar genoemd, maar het hoge saponinengehalte maakt ze niet smakelijk of gezond, hooguit zijn de bloeiende toppen met hun prachtige stervormige bloemetjes eetbare decoratie. Voor insecten zijn ze een waardevolle voedselbron.
FOTO’S:
1. Bekijken Kluwenhoornbloem bij rand ‘beweegtoestellenveld’ voor Frisiastate in ‘achterpark aan de Oostzijde van Heemstra state’, Oentsjerk (actiefoto 4 mei 2025, Gerhild van Rooij).
2. Kluwenhoornbloem, Cerastium glomeratum, detail (foto mei 2025, Gerhild van Rooij).
3. Cerastium glomeratum, botanische tekening (Ronald L. Hartman (overleden) & Richard K. Rabeler 2012, (eds.) Jepson eFlora. Project).
4. Kluwenhoornbloem (Thuill, CCSA).
TIP Op Flora van Nederland staat een Videodeterminatie van de Kluwenhoornbloem*
Van het geslacht Hoornbloemen of Cerastium komen meer soorten in Nederland voor, algemeen zijn de Kluwenhoornbloem (C. glomeratum), Akkerhoornbloem (C. arvense), Gewone hoornbloem (C. fontanum subsp. vulgare), Viltige hoornbloem (C. tomentosum), Scheve hoornbloem (C. diffusum). Zandhoornbloem (C. semidecandrum), Bleke hoornbloem (C. glutinosum) en Akkerhoornbloem (C. arvense), zeldzaam zijn de Glanzige hoornbloem (C. fontanum subsp. holosteoide) ook wel als variëteit van de gewone hoornbloem beschouwd, en Steenhoornbloem (C. pumilum).