Wetterskip Fryslân is al sinds de derde week van maart bezig met het inlaten van water via de schutsluizen in Workum, Makkum en Stavoren. Dat is uitzonderlijk vroeg, omdat er sprake is van een vroege en langdurige periode van droogte. Normaal wordt in de 2e helft van april begonnen met de waterinlaat.
Ook voert het Wetterskip nu al water door naar Groningen via Gaarkeuken. Waterschap Noorderzijlvest laat water vanaf Gaarkeuken in om tekorten in het Drents plateau te kunnen opvangen. Normaal start deze doorvoer van water naar Groningen pas veel later en het seizoen. Verder zorgt Wetterskip Fryslân nu voor een buffer op de Friese boezem. Dat betekent dat de waterstand (normaal -52 cm NAP) nu drie tot vier centimeter hoger staat. Dit om de landbouw en natuur in Fryslân te voorzien van voldoende water en om ervoor te zorgen dat veenkaden minder indrogen.
Inmiddels wordt ook via de inlaatsluizen Teroelsterkolk en Tacozijl water ingelaten. Met de totale waterinlaat wordt ook de vismigratie tussen het IJsselmeer en de Friese boezem bevorderd. We hebben te maken met een uitzonderlijk droog voorjaar. De omstandigheden lijken op die van het voorjaar van 1976 en 1996. Er is sprake van een neerslagtekort, omdat er geen neerslag valt, maar er wel sprake is van verdamping. Als de droge periode aanhoudt, dan voorziet het Wetterskip een de inspectie van veenkaden in de 2e helft van mei. Voor de komende twee weken wordt geen neerslag van betekenis verwacht. Ook in de rest van het land en in het midden van Europa is het droog. De afvoer van de Rijn is laag voor de tijd van het jaar. Bij aanhoudende droogte zal de hoeveelheid in te laten water door het Rijk beperkt kunnen worden. Momenteel wordt dagelijks 2,5 miljoen m3 water ingelaten. Dit is ruim 1/3 van de maximaal in te laten hoeveelheid.